Aardperen werden in Engelstalige gebieden Jerusalem artichokes genoemd. Vreemde naam, de plant komt niet uit Jerusalem én is geen artisjok… Dit is rechtgezet, nu heten ze Sunchokes. Veel mooier toch?

Zoek je een recept met deze lekkere, zoetige knol, google dan op sunchokes. Dat geeft veel hits.

Aardperen oogst je in het najaar, in de maanden oktober en november. Uitgraven, schoonspoelen en in kistjes bewaren. Liefst buiten onder een stuk plastic, aardperen drogen snel uit. Oogst niet meer dan wat je in een een week of 6 op kunt eten. De rest laat je gewoon in de grond zitten en oogst je als het je uit komt.

Sowieso zijn aardperen slecht lang te bewaren en daarom worden ze in november en december direct weer gepoot. Poot ze op een cm of 15 diep (onderkant knol) en een cm of 40 tussen de knollen. Ze kunnen hoog worden, zo’n meter of twee, zorg voor een plekje waar ze niet teveel licht voor de andere gewassen tegen houden.

Bemest met mate, ze doen het ook prima op een schraal stukje moestuin. Te veel mest zorgt voor veel blad en weinig knollen. Net als aardappelen heeft de aardpeer een positief effect op de structuur van de bodem. Na de oogst is de grond mooi los van structuur.

Wil je Sunchokes bestellen, kijk dan op levenvanhetland.nl/aardpeer.htm