Code rood en Phytophtora infestans

Het is halverwege december en KNMI kondigt net code rood af in verband met de sneeuwval. Een mooi moment om een stukje over de aardappelziekte Phytophthora infestans onder de aandacht te brengen. De vorige keer schreef ik er over op het moment dat de ziekte zich behoorlijk aan het verspreiden was door de moestuinen en dan heb je er niet zoveel meer aan… Nu kun je er in je planning voor de moestuin rekening mee houden, denk aan standplaats, plantafstand, tijdstip poten en rassenkeuze.

Phytophthora infestans is geen schimmel maar lijkt er wel op. Het is een oömyceet of waterschimmel en deze boosdoener overwintert in besmette knollen die achter blijven na de oogst. De Phytophthora overwintert niet alleen in besmette knollen maar ook in de vorm van zoösporen in de grond. Deze zoösporen kunnen jarenlang overleven in de grond wat bestrijden lastig maakt. Gelukkig worden deze zoösporen wat later in het seizoen actief en dan zijn de vroege aardappelen al volgroeid of zelfs al geoogst.

Hoe voorkom je aantasting door deze ziekte?

  • Zorg voor een ruime afstand tussen de planten, het gewas droogt dan sneller op en de oömyceet kan zich dan niet uitbreiden.
  • Stikstof geeft een snelle groei van het blad waardoor het teerder is dan bij een langzame groei. Beperk daarom de stikstofgift.
  • Maak je planten sterker door basalt- of lavameel te stuiven of te spuiten met heermoesthee (heermoes bevat veel silicium).
  • Kweek ook wat vroege of middenvroege rassen, deze blijven de ziekte voor. De vroegste rassen heb je al geoogst voor de ziekte toe slaat en de middenvroege rassen zijn dan al zo goed als volgroeid.
  • Kiem je aardappelen voor, ze kunnen dan eerder worden geoogst. Als je dit wilt, bestel dan wel op tijd, in ieder geval voor 1 maart.
  • Verwijder het aangetaste loof. Hiermee voorkom je dat de ziekte ook in de knol terecht komt. Gooi het loof niet op de composthoop want dan verspreiden de sporen zich alsnog.
  • Oogst op tijd, ook om te voorkomen dat de ziekte in de knol terecht komt.
  • Bewaar de geoogste aardappelen droog, donker en luchtig. Controleer regelmatig op aangetaste knollen.
  • Let op de rassen die je kweekt, er is een verschil in gevoeligheid voor Phytophthora. Een aantal rassen zijn op dit moment behoorlijk resistent maar dat is geen garantie voor de toekomst. Rassen die nu een bepaalde resistentie hebben kunnen die kwijtraken omdat Phytophthora infestans zich kan aanpassen en ook deze rassen te grazen neemt.

Als je dit zo leest kun je je afvragen of de teelt van aardappelen wel zin heeft…… Ja zeker heeft dit zin. In de meeste gevallen lukt de teelt namelijk prima en oogst je aardappelen uit eigen tuin. Zeker als je een mix van verschillende rassen kweekt heb je in de zomer een feest op je bord, niets is zo lekker als verse aardappelen uit eigen tuin.

Een overzicht van de beschikbare rassen vind je op levenvanhetland.nl

Mocht je nog vragen hebben, mail me gerust.

 

 

Phytophthora, hoe voorkom je het?

De aardappelziekte (Phytophthora infestans) is weer volop aanwezig in de aardappelen én in de tomaten. Hoe voorkom je aantasting door deze op een schimmel lijkende oömyceet ?

Tomaat

  • De belangrijkste maatregel is het drooghouden van de planten met behulp van een afdakje. De planten worden niet nat én de luchtvochtigheid blijft relatief laag. Je kunt de tomaten natuurlijk ook in een kas verbouwen maar ventileer dan volop om de luchtvochtigheid laag te houden!
  • Stikstof geeft een snelle groei van het blad waardoor het teerder is dan bij een langzame groei. Beperk daarom de stikstofgift.
  • Zet de planten niet te dicht op elkaar, ze drogen dan sneller op.
  • Bedek de bodem rondom de tomatenplanten met mulch (gras, stro).
  • knip regelmatig het onderste blad af om de luchtcirculatie te bevorderen.
  • Begin zo vroeg mogelijk met het opkweken van de planten om deze ziekte voor te blijven. De Phytophthora steekt meestal pas eind juni de kop op. In droge zomers later.
  • Ontsmet je snoeischaar als je van de ene naar de andere plant gaat. Dit ontsmetten kan met wat azijn, daar kan deze oömyceet niet tegen.
  • Bij de eerste aantasting direct het aangetaste blad afplukken en weggooien. Vergeet niet je handen te wassen voor je aan de andere planten komt..
  • Bij ernstige aantasting de hele plant verwijderen.
  • Ontsmetten van een kas vóór de teelt heeft niet zoveel zin omdat de sporen zich gemakkelijk door de lucht verplaatsten. De boel drooghouden en een goede luchtcirculatie zijn belangrijker, de sporen krijgen dan immers weinig kans zich te nestelen op de plant.

 

Aardappel

  • Zorg voor een ruime afstand tussen de planten, het gewas droogt dan sneller op.
  • Stikstof geeft een snelle groei van het blad waardoor het teerder is dan bij een langzame groei. Beperk daarom de stikstofgift.
  • Maak je planten sterker door basalt- of lavameel te stuiven of te spuiten met heermoesthee (heermoes bevat veel silicium).
  • Kweek ook wat vroege rassen, deze blijven de ziekte hopelijk voor. Zo heb je in het geval van aantasting toch nog een maaltje te oogsten.
  • Kiem je aardappelen voor, ze kunnen dan eerder worden geoogst.
  • Verwijder het aangetaste loof. Hiermee voorkom je dat de ziekte ook in de knol terecht komt. Gooi het loof niet op de composthoop want dan verspreiden de sporen zich alsnog.
  • Oogst op tijd, ook om te voorkomen dat de ziekte in de knol terecht komt.
  • Bewaar de aardappelen droog, donker en luchtig tot november. Controleer regelmatig op aangetaste knollen.
  • Let op de rassen die je kweekt, er is een verschil in gevoeligheid voor Phytophthora.